Dinsdag 16 mei heeft minister Wiersma de lang verwachte STO-brief naar de Tweede Kamer gestuurd. Hierin ontvouwt hij zijn plannen voor Sterk Techniekonderwijs.
Wat zijn de hoofdpunten?
- In de jaren 2020 tot en met 2023 zijn middelen verdeeld via een subsidieprogramma met ondersteuning vanuit de Rijksoverheid. Binnen dit programma werken vmbo-scholen samen met het lokale bedrijfsleven en het middelbaar beroepsonderwijs in 78 techniekregio’s.
- STO laat zijn potentie zien, maar kan wel nog beter worden benut. Een hard effect van STO is volgens de onderzoekers nu nog lastig te bepalen, maar over de breedte toont het techniekonderwijs een positieve ontwikkeling. Het aandeel vmbo-leerlingen met een hard-technisch profiel stijgt van 19 procent in 2021 naar 20,3 procent in 2023.
- We komen in 2024 in een transitiefase. Regio’s krijgen voor dat jaar gewoon subsidie (een kwart van de subsidie die ze de afgelopen jaren hebben ontvangen), maar moeten wel een plan en een begroting indienen.
- In 2024 mag een deel van de subsidie gebruikt worden voor het maken van plannen voor de volgende fase (2025 – 2029).
- In de periode 2025 – 2029 is er weer jaarlijks 100 miljoen beschikbaar voor de 78 STO-regio’s. Zij moeten dan extra aandacht besteden aan een aantal in de brief genoemde onderwerpen. De regeling voor de periode 2025 – 2029 wordt uiterlijk maart 2024 gepubliceerd.
Reactie Hildegonde Mostert, programmamanager Sterk Techniekonderwijs Apeldoorn e.o.
“Dit is natuurlijk geweldig nieuws. We ontwikkelen veel, er zijn verschillende groepen docenten bezig met keuzevakken, doorlopende leerlijnen, kennismaken met het brede beeld van techniek, samenwerken met het voortgezet speciaal onderwijs/ praktijkonderwijs. Meer en meer weten onderwijs (vmbo en mbo), bedrijfsleven en het NewTechPark elkaar te vinden.
In onze regio zien we dat het aantal leerlingen in de technische profielen stijgt met 13,5%, meer dan het landelijk gemiddelde van 10,4%. Twee van de drie technische profielen doen het beter dan het landelijk gemiddelde. Het gaat om het profiel Bouwen, Wonen & Interieur (31% tegen 21% landelijk) en Mobiliteit & Transport (20% tegen 5% landelijk). Het profiel Produceren, installeren & Energie stijgt ook, maar minder dan het gemiddelde: 1% tegen 8% landelijk. Uiteraard zijn we hiermee aan het werk.
Met de verlenging kunnen we er nog beter voor zorgen dat al die mooie zaken en resultaten onderdeel gaan worden van ons onderwijs en de samenwerking met bedrijven. En dat leerlingen en docenten daarvan kunnen profiteren.
We zijn nu bezig met de plannen voor 2024 en de lange termijn. Waarom doen we dit, waarom doen we dit samen, is de vorm nog de juiste, zijn de randvoorwaarden nog orde, et cetera? Samen met onder andere vertegenwoordigers van bedrijven, schoolleiders, projectleiders en docenten en leerlingen maken we STOA toekomstbestendig. Binnenkort kunnen we jullie daar meer over vertellen.”